Van richtlijnen naar praktijk: hoe een kleine apotheek zich voorbereidt op NIS2?
Met de komst van NIS2 en nieuwe Europese en Belgische initiatieven rond cyberweerbaarheid schuift cybersecurity steeds nadrukkelijker naar de agenda van de zorgsector, waaronder apotheken. Zelfs wanneer een individuele officina formeel niet als "essentiële" NIS2‑entiteit wordt geclassificeerd, wordt van zorgaanbieders verwacht dat zij een basiskader van risicobeheer, incidentmelding en continuïteit toepassen, in lijn met de bredere evolutie naar een cyberveilige zorgketen.
Voor een kleine apotheek hoeft "NIS2‑proof werken" niet te betekenen dat er onmiddellijk een volwaardig ISMS of complexe certificeringstrajecten worden opgezet. In de praktijk volstaat vaak een pragmatische roadmap: eerst een eenvoudige risicoanalyse rond de belangrijkste systemen en processen, vervolgens een gestructureerde check van leveranciers en cloudpartners (apotheeksoftware, back‑ups, Microsoft 365) op het vlak van beveiliging en contractuele afspraken, daarna de implementatie van basismaatregelen zoals patchbeheer, toegangssturing, logging en back‑up, en tenslotte een jaarlijks geteste cybernoodprocedure.
Initiatieven zoals Safeonweb@work en publicaties van het CCB bieden hierbij concrete handvatten, inclusief referentiekaders, voorbeeldmaatregelen en soms zelfs subsidie‑informatie voor KMO's. Voor veel apotheken is samenwerken met een gespecialiseerde IT‑partner een efficiënte manier om deze eisen te vertalen naar haalbare acties: heldere procedures, aantoonbare basisbeveiliging en een verbeterplan dat jaar na jaar kan worden bijgestuurd.

